De impact van vastrentende beleggingen in vennootschappen, met focus op rendement, risico en de keuze tussen privébelegging of belegging via de vennootschap.
Deze opleiding behandelt beleggingen in de vennootschap die een vaste rente opleveren. Er wordt gekeken naar de beweegredenen van vennootschappen om te beleggen, de concrete werking en fiscaliteit van termijnrekeningen, de praktijk van leningen tussen vennootschappen, de rol van tak 6-kapitalisatiecontracten, de vergelijking met verzekeringsproducten zoals tak 21 en tak 23, en tot slot enkele praktische vragen. Zo krijgt de deelnemer een helder overzicht van de belangrijkste vaste-rentebeleggingen en hun fiscale implicaties in een vennootschap.
Eerst wordt ingezoomd op de redenen waarom vennootschappen kiezen voor roerend beleggen: soms als spaarbuffer voor de toekomst, soms om tijdelijke liquiditeitsoverschotten te plaatsen. Aandelen zijn vaak te risicovol op korte termijn, waardoor rentegevende producten zoals termijnrekeningen, obligaties of kasbons aantrekkelijker zijn. Daarbij komt ook de context van conjuncturele en geopolitieke onzekerheden die een meer defensieve aanpak rechtvaardigen.
Daarna wordt de termijnrekening besproken. Het basisprincipe, de looptijd, kapitalisatie, boekhoudikundige verwerking, de toepassing van artikel 362bis WIB worden hierbij toegelicht. Verder wordt ingegaan op de verhouding tussen roerende voorheffing en vennootschapsbelasting. Aan de hand van rekenvoorbeelden wordt duidelijk dat het uiteindelijke nettoresultaat afhangt van het belastingtarief en dat vergelijken tussen beleggen in de vennootschap of onmiddellijk privé cruciaal is.
Vervolgens komt de praktijk van leningen tussen vennootschappen aan bod. Hoe dit is gegroeid, welke rentevoet er dient te worden toegepast en wat de fiscale gevolgen zijn van een te hoge of te lage rentevoet, komen hier aan bod.
Daarna wordt tak 6 besproken: de oorsprong en contaxt, de werking, de kenmerken en het fiscaal regime worden onder de aandacht gebracht.
Verder komen de beleggingsverzekeringen tak 21 en tak 23 aan bod. Voor natuurlijke personen bieden deze vaak fiscale voordelen, in de vennootschap ligt dit anders. De vergelijking wordt in dit hoofdstuk gemaakt.
De opleiding sluit af met enkele vragen die de behandelde leerstof toetsen.
Deze opleiding biedt een overzicht van de fiscale en boekhoudkundige behandeling van vastrentende beleggingen in een vennootschap. Ze helpt de deelnemer begrijpen hoe termijnrekeningen, interne leningen en verzekeringsproducten fiscaal verschillen en hoe men de juiste keuze kan maken tussen beleggen in de vennootschap of privé. Voor wie zich professioneel wil verdiepen in roerend beleggen is dit een waardevolle en praktijkgerichte opleiding die inzicht geeft in de concrete gevolgen van elke beleggingsvorm.