Overwegingen in strategie, boekhouding en fiscaliteit om roerende beleggingen via de vennootschap optimaal te plannen en risico’s te beperken.
Deze opleiding behandelt de strategie, boekhoudkundige regels en fiscale aandachtspunten bij roerend beleggen binnen een vennootschap. Er wordt ingegaan op de keuzes die ondernemingen maken bij korte- of langetermijnbeleggingen en de impact daarvan op de uiteindelijke overheveling van vermogen uit de vennootschap naar de privésfeer. Daarbij komen zowel economische als fiscale overwegingen aan bod, evenals praktische regels rond waardering, belastingheffing en administratieve verplichtingen. De cursus is opgebouwd rond strategie, boekhoudkundige verwerking, fiscaliteit van roerende beleggingen, diverse aanvullende verplichtingen en afsluitende vragen.
Eerst wordt het strategisch kader geschetst, met het onderscheid tussen beleggen op korte termijn met snelle doorstroom naar privé en beleggen op lange termijn binnen de vennootschap. Er wordt stilgestaan bij het ondernemersrisico van vermogen in de vennootschap, successieplanning en het gebruik van overtollige liquiditeiten. Begrippen als current ratio en liquidatiereserves worden verduidelijkt, evenals hun invloed op timing en fiscale optimalisatie.
Vervolgens worden de boekhoudkundige regels besproken rond meer- en minderwaarden, aanschaffingswaarde en bijkomende kosten. Er wordt ook ingegaan op monetaire versus niet-monetaire activa en hun behandeling bij wisselkoersschommelingen.
Daarna volgt de fiscale behandeling van roerende beleggingen. De taks op beursverrichtingen (TOB) wordt toegelicht met de toepasselijke tarieven en aftrekbaarheid. De jaarlijkse taks op effectenrekeningen (JTER) geldt ook voor vennootschappen: de berekening wordt toegelicht, inclusief regels rond misbruik en mogelijke valkuilen bij transfers. Verder wordt de roerende voorheffing en de premietaks bij beleggingsverzekeringen besproken, waarbij voor vennootschappen hogere tarieven gelden.
Tot slot komen diverse verplichtingen en beschermingsmechanismen aan bod, zoals de verplichte LEI-code voor vennootschappen die beleggen, en het Europese depositogarantiestelsel dat ook voor ondernemingen geldt. De opleiding besluit met enkele toetsvragen die de kernpunten samenvatten.
Deze cursus biedt een overzicht van de strategische, boekhoudkundige en fiscale aspecten van roerende beleggingen in de vennootschap. De combinatie van theorie en praktijkvoorbeelden maakt het onderwerp concreet en toepasbaar, waardoor deelnemers beter in staat zijn hun beleggingskeuzes fiscaal en administratief te optimaliseren. Wie professioneel met vennootschapsvermogen werkt, krijgt hiermee onmisbare kennis om valkuilen te vermijden en rendement te maximaliseren.