Marc Gielis Bestel

Hypothecair krediet in de personenbelasting

1 uur 59,00 €
Marc Gielis heeft met zijn licentiaat Handelwetenschappen, graduaat Fiscale Wetgeving en graduaat Bedrijfsadministratie een ruime opleidingsbasis genoten. Hij begeleidt in zijn functie dagdagelijks uitoefenaars van vrije beroepen en ondernemers bij het optimaliseren van hun fiscale situatie. Hij werkte voorheen o.a; een 20-tal jaar bij Bank J. Van Breda & C° als expert in fiscaal en patrimoniaal advies. Marc is gastdocent aan diverse opleidingsinstituten, auteur van menig fiscaal artikel en enkele boeken en een gewaardeerd spreker op seminaries.

Terug naar overzicht

De fiscale behandeling van hypothecaire leningen in vak IX van de personenbelasting, met focus op regels, woonbonus en evolutie na de bevoegdheidsoverdracht.

Deze opleiding biedt een diepgaand inzicht in de fiscale behandeling van hypothecaire kredieten binnen de personenbelasting, met bijzondere aandacht voor vak IX van de aangifte. Door de overdracht van fiscale bevoegdheden naar de gewesten en het geleidelijke verdwijnen van aftrekmaatregelen, is het fiscale landschap voor woningkredieten sterk geëvolueerd. De opleiding bespreekt alle relevante regels en valkuilen en is opgebouwd rond zeven modules: het uitdoven van de woonbonus, het onderscheid tussen eigen en niet-eigen woning, de evolutie van woonbonusperiodes, hypotheekoverdracht, federale intrestaftrek, diverse andere situaties en een afsluitende vragenronde.

In het eerste deel wordt uitgelegd hoe de gewestelijke woonbonus geleidelijk werd afgeschaft, met verschillen tussen de Vlaamse, Brusselse en Waalse regeling. De impact van de zesde staatshervorming wordt duidelijk gemaakt en hoe dat leidde tot het ontstaan van gewestelijke varianten van de vroegere federale woonbonus.

Vervolgens wordt het onderscheid tussen eigen en niet-eigen woning toegelicht. Dit is cruciaal, want het bepaalt onder welk fiscaal regime een lening valt. Het begrip "eigen woning" wordt verduidelijkt met vier uitzonderingen, zoals bij sociale of beroepsmatige redenen waardoor de woning tijdelijk niet bewoond kan worden.

Daarna wordt ingegaan op de drie generaties van woonbonussen, afhankelijk van de afsluitdatum van het krediet: voor 2014, in 2015 of vanaf 2016. Elke generatie kende eigen voorwaarden, bedragen en fiscale behandeling, met aandacht voor antimisbruikbepalingen die herfinanciering of verlenging beperken.

De opleiding bespreekt ook de zogenaamde hypotheekoverdracht, waarmee een bestaande lening fiscaal behouden kan blijven bij de aankoop van een nieuwe woning. Deze techniek laat toe om blijvend te genieten van het fiscale voordeel van oude kredieten.

Een ander belangrijk onderdeel is de federale gewone intrestaftrek, die geldt voor niet-eigen woningen. Hier wordt uitgelegd hoe intresten in mindering kunnen worden gebracht van het onroerend inkomen, en waarom deze aftrek in de toekomst verdwijnt. Ook worden concrete voorbeelden gegeven om het fiscale voordeel van deze regeling inzichtelijk te maken.

Tot slot komen herfinancieringen en wederopnames aan bod, waarbij het belang van de oorspronkelijke kredietvoorwaarden en de impact op de fiscale behandeling wordt benadrukt. De opleiding waarschuwt voor de complexiteit van wijzigingen in eigendom of gebruik van het onroerend goed tijdens de looptijd van het krediet.

Deze opleiding biedt helderheid in een complex en snel wijzigend fiscaal domein. Voor wie te maken krijgt met hypothecaire leningen in de personenbelasting, is dit een onmisbare gids om fiscale optimalisatie te realiseren en fouten in de aangifte te vermijden.