Zoals inmiddels genoegzaam bekend wordt vanaf 1 oktober 2014 de roerende voorheffing op liquidatieboni verhoogd van 10 % tot 25 % (artikel 6 Programmawet van 28 juni 2013, B.S. 1 juli 2013).
Om een massale drang naar vereffeningen te voorkomen werd een overgangsregeling uitgewerkt in de artikelen 269 en 537 WIB 92, krachtens hetwelk de belaste reserves onder strikte voorwaarden aan 10% kunnen vastgeklikt worden door omzetting in werkelijk gestort kapitaal, dat bij latere uitkering, hetzij onder de vorm van een kapitaalvermindering, hetzij een vereffening zonder verdere belastingheffing kunnen uitgekeerd worden, mits een sperperiode van 4 of 8 jaar wordt nageleefd.
Deze verlaagde roerende voorheffing is slechts toepasselijk mits cumulatief wordt voldaan aan een aantal in artikel 537 WIB 92 opgenomen voorwaarden. De belaste reserves die ten laatste op 31 maart 2013 zijn goedgekeurd kunnen vanaf 1 juli 2013 uitgekeerd worden aan 10% op voorwaarde dat zij onmiddellijk terug opgenomen worden in het kapitaal en dit uiterlijk tijdens het belastbaar tijdperk dat afsluit vóór 1 oktober 2014. In een recente circulaire heeft de administratie een aantal onduidelijkheden verhelderd. Deze circulaire beantwoordt echter nog niet alle vragen. Wat betreft de antimisbruikbepaling betreft biedt de circulaire totaal geen verdere toelichting.